Verdunnen, lees hier het hoe en waarom… Zoals je wellicht weet bevatten de meeste van ónze producten helemaal geen oplosmiddel maar alleen olie. Wij denken dat dat fijn is want dan krijg je wat je dacht dat je had gekocht en kun je daar zelf mee doen wat je wilt. Voor veel toepassingen kun je onze producten gewoon direct uit het blik gebruiken en hoef je dus niets te verdunnen. Dat scheelt niet alleen gedoe maar het scheelt ook vooral werk omdat u bij ons ólie op het hout aanbrengt in plaats van een verdampend oplosmiddel. Gevolg van het ontbreken van oplosmiddel is dat je minder product, minder lagen én minder werk nodig hebt.
Betekent dat dus dat je olie het beste nooit kunt verdunnen?
Nee, ook dat is niet het geval. Soms is het zonde van het materiaal, de moeite en het werk als je met een verdund product aan de slag gaat. Maar soms voegt verdunnen wel degelijk iets toe. Wie een boekenkast gaat behandelen kan prima volstaan met het onverdund verwerken. Die krijgt dan met weinig werk en weinig materiaal een prima bescherming. Voor de boekenkast volstaat het als alleen het oppervlak van het hout is voorzien van een beschermende film. Voor een grenenhouten tuinhuis wil je daarentegen dat de olie zo diep mogelijk in het hout komt te zitten. Zo zorg je ervoor dat het hout, ook als er eens een scheurtje in komt, keurig beschermd is.
Er zijn verschillende manieren om dieper te impregneren.
Voor zwaar belaste toepassingen kun je er als volgt voor zorgen dat de eerste lagen olie zo diep mogelijk intrekken:
- Je kunt de olie verdunnen
- Je kunt een sterker impregnerende olie gebruiken
- Je kunt de olie verwarmen
Laten we deze opties eens nader bekijken.
Natuurlijke oliën en wassen kun je verdunnen met terpentijnolie.
Wat Terpentijnolie oftewel Terpentijn precies is, hoe het wordt gemaakt en wat het verschil is met Terpentine lees je op de pagina over Terpentijnolie. Wanneer de eerste lagen verdund worden werken we daarvoor meestal met de Verbeterde Houtolie en is een veel gebruikt recept om de eerste laag met 30% terpentijnolie te verdunnen, de tweede laag met 10% terpentijnolie en de laatste laag Verbeterde Houtolie onverdund aan te brengen. Veel meer verdunnen dan 30% maakt het indringend vermogen van de olie niet substantieel groter meer zodat dat zonde van de terpentijn is.
Door er voor te zorgen dat er tussen de lagen niet meer dan 20% verschil tussen de percentages zit zorg je ervoor dat de oliefilmpjes keurig op elkaar aansluiten. Zou je een veel groter verschil in percentages hanteren dan zou de eerste laag heel diep in het hout dringen terwijl de tweede laag niet diep genoeg zou indringen om aan te sluiten op de eerste laag met een gat in de bescherming tot gevolg. Uiteraard is het alleen zinvol om de olie te verdunnen als je op kaal hout begint. Zou je verdunde olie op een reeds behandeld stuk aanbrengen dan zal die verdunde olie toch niet meer door de reeds aanwezige oliefilm heen dringen zodat het verdunnen dan ook niets toevoegt.
Impregneerolie dringt diep in zónder te verdunnen.
Onze Impregneerolie hebben we speciaal ontwikkeld om het hout zo diep mogelijk te impregneren zónder dat we daarbij gebruik hoeven te maken van oplosmiddelen. Impregneerolie bevat geen oplosmiddel waardoor er er ook niets verdampt. Daarom volstaat het om daar als grondlaag slechts één laag van aan te brengen. Het effect van één laag Impregneerolie is ongeveer gelijk aan het aanbrengen van twee verdunde lagen Verbeterde Houtolie. Dat scheelt dus werk en materiaal. Doordat Impregneerolie echter een deel Lijnolie bevat, heeft het de eigenschap dat het het oppervlak daardoor sterk zal vergelen. Op donkere houtsoorten zie je niets van dat vergelende effect. Daarom is Impregneerolie daar prima voor geschikt. Lichtgekleurde houtsoorten zoals Grenen, Vuren en Douglas kunnen er wel sterk door vergelen. Voor die houtsoorten kiezen we daarom niet voor Impregneerolie maar voor het verdunnen van Verbeterde Houtolie.
Als je olie verwarmt dringt deze vanzelf dieper in het hout.
Het verwarmen van olie is een techniek die niet zo heel vaak meer wordt toegepast. Hij werkt echter prima als de spelregels goed worden gevolgd. Bijkomend voordeel is dat bij gebruikmaking van deze techniek soms ook schimmels en sporen door de ingebrachte warmte het loodje leggen. Daardoor krijgt het hout ook in die zin minder last van aantasting. Vaak kiest men er bij deze techniek voor om om de olie in een pannetje te doen en dat op het vuur te verwarmen. Zodra de olie voldoende warm is smeert men deze vervolgens op het hout. Niets mis mee maar helaas niet heel erg effectief. Het dunne oliefilmpje koelt namelijk snel af bij contact met het nog koude hout. Daardoor gaat een groot deel van het effect helaas verloren.
Hoe verwarmen van olie het beste werkt:
Een betere methode is daarom (als dat kan) om niet de olie maar het hout vóór te verwarmen. Dat gaat bijvoorbeeld prima met een verfföhn. Door het hout voor te verwarmen zal de olie bij het aanbrengen minder snel afkoelen en daardoor beter indringen. De meest effectieve methode is om het hout voor te verwarmen, dan de olie aan te brengen en deze rustig verder te verwarmen. Zoek de juiste temperatuur van de föhn door hier mee te spelen. Zet je de temperatuur te hoog dan zal je hout verkleuren. Zet je hem te laag dan zal de olie slechts weinig dieper indringen. Door met je föhn het oppervlak rustig te verwarmen komt er vanzelf er een moment dat de olie “ineens” wegzakt. Dát is de prettigste temperatuur voor het hout én de olie. Bij die temperatuur heb je dan ook het grootste effect.
Conclusie:
Het gebruik van dunnere olie heeft in sommige gevallen zeker voordelen. Door de juiste techniek toe te passen zorg je er voor dat je geen onnodig werk doet of materiaal verprutst.
